Team IKO heeft Olympisch kampioen Esmee Visser aangetrokken. De 24-jarige tweevoudig Europees kampioene heeft een contract getekend voor twee seizoenen en is daarmee tot en met de Olympische Spelen van Peking verbonden aan de ploeg van trainers Erwin & Martin ten Hove.
‘Het is fantastisch dat we met Esmee Visser en Jorien Ter Mors twee regerend Olympisch kampioenen in onze ploeg hebben,’ aldus Team IKO. ‘We zien er naar uit om aan de slag te gaan, zodra de Corona richtlijnen van de overheid dat weer toestaat.’
De komst van Visser is mede mogelijk gemaakt door haar privésponsor Infestos, de eigenaar van haar voormalige schaatsploeg TalentNED. Infestos vindt het belangrijk dat Esmee in een goede omgeving terecht komt, nadat TalentNED verder gaat als opleidingsteam voor jonge sporttalenten. Ook Louis Hollaar maakt met Infestos als privésponsor op deze manier de overstap naar Team IKO.
‘Ik ben erg blij dat ik met ondersteuning van mijn privésponsor Infestos de overstap kan maken naar Team IKO,’ aldus Esmee Visser. ‘Een mooi team met een mix van ervaring en talent en de juiste sporttechnische faciliteiten om weer succesvol te kunnen zijn op de Spelen in 2022!’
‘Met Louis Hollaar hebben we, samen met de eerder deze week aangetrokken Tjerk de Boer, twee super talentvolle mannen waarvan wij denken dat ze komende jaren mee gaan doen op de middellange afstand,’ aldus Team IKO.
Tijdens een uniek persmoment is Esmee Visser vrijdag gepresenteerd aan de Nederlandse sportmedia. Via een ZOOM-meeting konden Nederlandse journalisten online vragen stellen aan de nieuwe aanwinst van Team IKO.
Via het Instagram account van het team (@schaatsteamiko) kunnen ook de schaatsfans vrijdag om 12.00 uur kennis maken met de 24-jarige Olympisch kampioene via een live Q&A.
‘Het is ons doel om het schaatsen toegankelijker te maken voor de schaatsfan,’ aldus Team IKO. ‘Waar iedereen in Nederland op dit moment vanwege Corona afstand moet bewaren tot elkaar is het mooi dat we via onze online initiatieven het schaatsen toch dichterbij de schaatsfan kunnen brengen.’